brussel-triomfboog-parkbrussel-marktBrussel

Op bezoek bij Erasmus in Anderlecht

Wie kent hem niet: Desidesrius Erasmus (1466-1536). Je zou hem de eerste BN’er kunnen noemen. Met dat verschil dat hij niet alleen bekend was in de toenmalige ‘Lage Landen’, maar in heel Europa. Geboren in Rotterdam en daarom door Nederland ‘geclaimd’ als ‘onze 16de eeuwse humanist’.

Erasmus bracht echter het grootste deel van zijn leven in het buitenland door. Zo ook vijf maanden in Anderlecht, begin 16de eeuw (1521) niet meer een dorp met 300 inwoners.

Het Erasmushuis en zijn tuinen
De wandeling brengt je naar het huis waar Erasmus verbleef en dat nu een museum is, inclusief twee prachtige tuinen: de tuin van het ‘lichaam’ en de tuin van de ‘geest’. Uiteraard kom je ook langs een aantal ‘hotspots’ van de gemeente Anderlecht. Je kan ervoor kiezen rechtstreek naar het museum lopen of via de hieronder beschreven ‘omweg’.

Brussel_erasmushuis

Rijk aan architectuur
De wandeling start bij het metrostation St.-Guido, te bereiken met metrolijn 5. Het stationsgebouw valt op door zijn cilindervorm en schuin aflopend dak waar, door grote raampartijen, zeeën van licht naar binnen vallen.

Anderlecht is één van de meest uitgestrekte gemeenten van Brussel en wordt doorkruist door de Zenne en het Kanaal ‘Brussel-Charleroi’. Dankzij de ligging aan het kanaal heeft Anderlecht in de 19de eeuw een enorme economische bloei gekend. Het was een rijke gemeente en dat zie je meteen aan de architectuur.

Art nouveau
Als je uitgang 1 neemt in het Metrostation kom je op de Paul Jansonlaan met prachtige herenhuizen uit het begin van de 20ste eeuw. Loop je die rechts af uit dan kom je uiteindelijk bij het Rond Point du Meir. Sommige huizen aan de Jansonlaan hebben de beroemde art-nouveau kenmerken of zijn versierd met keramiek en sgraffiti.

De sgraffito is een soort geveldecoratie die rond 1900 zijn opkomst maakte in Brussel. Je kan het vergelijken met de frescotechniek, waarbij de je in natte kalktekeningen ‘krast’ en deze nadien inkleurt. Zo krijgen de zwarte lijnen reliëf.

Het Rond Point du Meir
Alle straten die beginnen (of eindigen) bij het Rond Point du Meir worden gekenmerkt door schitterende architectuur en veel groen. Zo dateert de statige Limbourglaan (met zijn oude tramsporen) uit het interbellum. Je treft hier prachtige voorbeelden van art-deco gevels.

In tegenstelling tot de art-nouveau, met zijn krullerige stijl, combineert art-deco functionaliteit met esthetiek. De art-nouveau werd in die periode afgedaan als een oubollige ‘versierende stijl’.
Toch vind je ook hier een veelheid aan geveldecoratie.

Astridpark
Aan het Rond Point ligt ook de ingang van het Astridpark. Het Park, dat in 1911 werd ingehuldigd, heette eerst Meirpark maar werd in 1935 vernoemd naar de zo geliefde en betreurde koningin Astrid, die bij een tragisch ongeval om het leven kwam.
In 1926 werd het park opnieuw ‘aangelegd’. Het ontwerp in Engelse landschapsstijl was van de hand van tuinarchitect Jules Buysens (ook verantwoordelijk voor het Ossegempark aan de Heizel en een deel van de tuin van de beroemde art-deco villa van David en Alice van Buuren in Ukkel).

Het Porseleinstraatje
Via de Rue Dr. Jacobs en de Rue Saint Guidon kom je links in het ‘Porseleinstraatje’. Een straatje dat sinds 1998 beschermd stadsgezicht is en de moeite waard om even door te lopen. Het smalle kronkelende straatje met aan weerszijden middeleeuwse werkmanshuisjes komt uit op de collegiale Sint-Pieter en Sint-Guidokerk met zijn typerende Gotische toren. De gevels zijn versierd met kunstwerken die verwijzen naar Chagall, Miro, Picasso. Ook het ‘Pater Noster’ (Onze Vader) van de surrealistische, anti-kerkelijke Franse dichter Prévert (1900-1977) is in al zijn glorie te lezen.

Van boerenzoon tot heilige
De Sint-Pieter en Sint-Guidokerk heet ‘collegiale’ omdat er een kapittel met kanunniken gevestigd was. De oorspronkelijke kerk uit de 11de-12de eeuw was in Romaanse stijl gebouwd. En gewijd aan Sint-Pieter.
De crypte met het ‘graf’ van de heilige Guido is nog een overblijfsel uit die tijd. Guido was een boerenzoon, die besloten had handelaar te worden.

Volgens de legende overleefde hij tijdens zijn eerste handelsuitstapje een storm op de Zenne. Hij ervoer dit als een roeping van God om op bedevaart naar Rome en Jeruzalem te gaan. Zijn beeltenis wordt daarom altijd voorzien van pelgrimsattributen (staf, kalebas en St. Jacobsschelp).

Bedevaartsoord op de route naar Santiago de Compostella
Hij zou veel wonderen verricht hebben en zijn graf werd dan ook een bedevaartsoord. De bedevaartgangers kropen onder zij n graf door om de gunsten van de heilige Guido af te smeken. Hij werd aangeroepen tegen dysenterie, besmettelijke ziektes en ziektes die het vee teisterden.

Het feit dat de heilige Guido in Anderlecht begraven lag legde de gemeente geen windeieren. Anderlecht werd een plek op de bedevaartroute naar Santiago de Compostella en kende zo een belangrijke groei in de Middeleeuwen. In de 14de eeuw bouwde men de Gotische kerk en werd de naam van Guido toegevoegd aan de Sint Pieter.

Het kleinste Begijnhofje van Belgie
Achter de kerk ligt de Kapittelstraat. Daar bevinden zich het Oude Begijnhof (nummer 8) en het Erasmushuis (nummer 31).
In het Begijnhof konden slechts 8 vrouwen wonen. Het kleinste Begijnhof van België werd in 1930 ingericht als volksmuseum. Het geeft onder ander een beeld van het leven van de begijntjes in vroeger tijden.

Het hofje werd gesticht in 1252. De huisjes staan gegroepeerd rond een binnenplein met waterput, dat uitkijkt op de collegiale Sint-Pieter en Sint Guidokerk.De vrouwen leefden hier in een godsdienstige gemeenschap en werkten voor hun inkomen. Dit was een typisch verschijnsel van de Lage Landen vanaf 13de eeuw.

Erasmushuis als bedevaartsoord
Vervolg de Kapittelstraat tot het einde. Op nummer 31 ligt het Erasmushuis.

De beroemde 16de eeuwse humanist (priester, theoloog, filoloog, schrijver) Desiderius Erasmus verbleef in 1521 vijf maanden in Anderlecht. Dit bleek voor hem een perfecte uitvalsbasis om de universiteitsstad Leuven te bezoeken en Mechelen en Antwerpen.
Ook al was zijn verblijf van korte duur, toch heeft het een enorme indruk nagelaten. In de 17de eeuw kwamen er al ‘bedevaartgangers naar Anderlecht om het huis te bezoeken waar ‘waar de grote Erasmus gewoond had’.

Het ‘Erasmushuis’ is één van de oudste Gotische huizen van Brussel. Het werd vroeger bewoond door Pieter Wyckman, kanunnik van Anderlecht en hij ontving hier zijn vriend Desiderius Erasmus.

Museum
Tegenwoordig is het Erasmushuis een museum. De verschillende collecties (meubilair, kunstwerken, gravures, boeken en archieven) vormen een uniek geheel dat allerlei mijlpalen uit de Europese geschiedenis illustreert: de Renaissance, het bewind van Keizer Karel V, het humanisme, de opkomst van de boekdrukkunst en de sluimerende godsdienstoorlogen. Het museum bezit tevens ene studiecentrum met één van 's werelds meest omvangrijke collecties 16de eeuwse drukwerken. Op afspraak is de studiezaal toegankelijk.

Een oase van rust
In 1988 werd achter het huis een besloten tuin aangelegd. Deze kruidentuin werd ontworpen door de tuinarchitect René Pechere, in de geest van Erasmus en geïnspireerd op een voorstelling van een tuin zoals je die op schilderijen van Vlaamse Primitieven aantreft (eind 15de en begin 16de eeuw).

Botanisch portret
De tuin ‘van het lichaam’ zou je als een botanisch portret van Erasmus kunnen zien. Er worden ongeveer honderd planten uit de 16de eeuw gekweekt, die Erasmus gebruikte om zichzelf bij ziekte te behandelen.

Naast de ‘tuin van het lichaam’ bevindt zich de ‘tuin van de geest’, ontworpen door hedendaagse kunstenaars. In deze tuin hebben vier internationaal befaamde artiesten de zogenaamde filosofische kamers gecreëerd: Catherine Beaugrand , Marie-Jo Lafontaine , Perejaume en Bob Verschueren.

Filosofische kamers
Op basis van de tekst ‘Het religieus banket’, die Erasmus na zijn verblijf in Anderlecht schreef, werd een aantal ‘cartografische bloemperken’ aangelegd. Deze perken, metalen bladvormen van wilg, haagbeuk, kastanje en linde, zijn gevuld met planten en bloemen die Erasmus bekeek tijdens zijn talrijke reizen.

Bij de inrichting van de ‘perken’ vormden vier reizen die voor Erasmus belangrijk waren het uitgangspunt: de Nederlanden, Londen, Rome en Bazel. Voor elk van deze reizen, kan je de landschappen zien die Erasmus heeft ontdekt.
De ‘filosofische kamers’ vormen een uitnodiging tot verpozen of van gedachten te wisselen met vrienden.

Bob Verschueren schiep met maanstenen en een verbrande eikenstronk een zacht kabbelend fonteintje en Marie-Jo Lafontaine creëerde vijvertjes in de vorm van langgerekte ogen. Je ziet in het water de lucht weerspiegeld en in metalen letters zijn een paar van de bekendste uitspraken van Erasmus te lezen.

Otium (=geluk)
De conservator van het Erasmushuis omschrijft als volgt het belang van de filosofische tuin: ‘De tuin moet het gevoel scheppen van wat de Romeinen onder otium verstonden: een staat van rust en leegheid die openheid creëert om iets anders te doen, om te studeren, je te bezinnen of vrienden te ontmoeten. De bezoeker moet de filosofische ruimte krijgen om te praten, om na te denken over wat hij in het museum bewonderd heeft, om het te laten bezinken en om het voor zichzelf zin te geven.'

De tuinen zijn toegankelijk tijdens de openingsuren van het museum.

Erasmus, de eerste BN'er
Erasmus was in zijn tijd al beroemd. Met zijn vernieuwende blik op de wereld was hij zijn tijd echter ook ver vooruit. Ideeën als ‘ het polderen’, het relativeren, de tolerantie, de vrijheid van geweten, de grote thema’s van ‘nu’ komen allemaal uit ‘de hoge hoed’ van Erasmus.
Hij wist met zijn briljante geest optimaal gebruik te maken van de zegeningen van zijn tijd, bijvoorbeeld de uitvinding van de boekdrukkunst als hulpmiddel voor de verspreiding van zijn ideeën.

Dreigende tijd
Zijn werklust was enorm en hij leverde een ongekend groot aantal publicaties. Erasmus leefde in een tijd van grote dreigingen. Een een oorlog met de Turken en een mogelijke kerkscheuring waren voortdurende zorgen. Bovendien heerste er de pest, die Erasmus vaak deed besluiten te vertrekken naar een andere plek.

Priester
Geboren in Rotterdam als onwettig kind van een priester en de dochter van een arts Rotterdam, verliet hij deze stad als peuter om er nooit meer terug te keren. Na zijn jeugd in Gouda, Deventer en ’s Hertogenbosch, keerde hij rond 1488 terug naar Gouda waar hij in het augustijner klooster Steyn zijn kloostergelofte aflegde.

Naar Parijs
In 1493 wordt hij tot priester gewijd en vertrekt naar Kamerijk. Twee jaar later krijgt hij een studiebeurs om theologie te gaan studeren in Parijs. Dat viel hem niet mee. Het onderwijs was nog voornamelijk op middeleeuwse leest geschoeid. Erasmus ontwikkelde hier een enorme afkeer van en bespotte deze vorm van onderwijs (de Scholatische filosofie) later in zijn Lof der Zotheid. De titel ‘doctor in de theologie’ die hij in Parijs wilde halen verkreeg hij uiteindelijk niet. Die ontving hij pas in 1516 in Turijn.

Schrijven en reizen
In Parijs begint Erasmus zijn carrière als schrijvend en rondreizend humanist en geleerde. In 1499 vertrekt hij naar Engeland als begeleider van een adellijke pupil en verkeerde daar in de hoogste kringen. Hij leerde Engelse humanisten kennen en ontwikkelde een levenslange vriendschap met Thomas More.

Uiteindelijk zou Erasmus nooit meer naar zijn vaderland terugkeren. Van 1509 tot 1514 woonde hij in Engeland en daarna vooral in Bazel. Tussen de ‘bedrijven door’ was hij het liefst op reis. Erasmus werd de beroemdste geleerde van Europa, raadsman van keizer Karel V, vriend van vorsten, geleerden en edellieden. Met zijn eveneens beroemde tijdgenoot Luther raakt hij in een conflict over kerk en geloof. Thomas More wordt in 1535 op last van Hendrik VIII onthoofd. Erasmus stierf een jaar later in zijn bed.

Einde wandeling via Dapperheidsplein
Neem op de terugweg naar de metrohalte Saint Guido nog even de tijd om het Dapperheidsplein te bezoeken. Dit plein wordt wel de Grote Markt van Anderlecht genoemd, maar dat doet de Grote Markt hiermee toch onrecht. Het Dapperheidplein wordt omringd door huizen in de zogenaamde neo-stijlen (neo-middeleeuwen, neo-renaissance, neo-barok) die in de 19de eeuw zo pupulair waren. Op het Dappeheidsplein staat ook het monument voor de gevallenen in de WOI. 

Erasmushuis
Kapittelstraat 31
1070 Brussel

Geopend van 10.00 - 18.00 uur met uitzondering van maandag.
Het Begijnhof is geopend van dinsdag tot zondag van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 17.00 uur.
Toegangsprijs Begijnhof en Erasmushuis gezamenlijk: € 1,25.
Elke eerste zondag van de maand is de toegang gratis.

Reageer op dit artikel
Mail de redactie
Share dit artikel op Facebook!
Tweet dit artikel op Twitter!
Deel dit artikel!


Travel Brussels in a minute

Mooie korte impressie van Brussel met drone en video