


Brussel: belangrijkste kunstencentrum van de Nederlanden
Vanaf de 14de eeuw beleeft Brussel een grote bloei. Niet alleen economisch maar ook op het gebied van de kunsten. In 14de en de 15de eeuw groeide de stad aan de Zenne uit tot het belangrijkste kunstcentrum van de Nederlanden.
De 14de eeuw begint onrustig. De rijkom en politieke macht waren zeer ongelijk verdeeld in Brussel. De ambachtslieden hadden politiek niets in te brengen, de lonen waren laag en de werkomstandigheden slecht.
Opstand
In 1303 namen de arbeiders, verenigd in de gilden, het heft in eigen hand. Tot 1306 regeerden ze mee over de stad. Hertog Jan II maakte toen een bloedig einde aan dit 'eerste democratische bestuur' en alle macht kwam in handen van patriciers uit zeven machtige Brusselse geslachten.
Vijftig jaar later lukte het de ambachtslieden toch weer om belangrijke rechten te verwerven, die in 1421 ook daadwerkelijk beslecht worden. In 1401 werd de eerste steen gelegd van het stadhuis, symbool van de macht en de trots van de burgers van Brussel.
Jan van Ruusbroec
In de 14de eeuw werd de tweede omwalling van Brussel gebouwd, met de Hallepoort als laatste overblijfsel daarvan, kerken en andere belangrije gebouwen werden afgewerkt en er ontstond een eigen Brabantse versie van de internationale Gotische bouwstijl. De letteren bloeiden.
Eén van de topfiguren uit de 14de eeuw was Jan van Ruusbroec (1293-1381). Ruusbroec, een geboren Brusselaar, ontleende zijn naam aan Ruisbroeck, een wijk gelegen tussen de Zavel, de Coudenberg en de kapellekerk. Hij werkte jarenlang als een eenvoudige priester in de Sint-Goedele. De mystieke geschriften waarmee hij beroemd werd schreef hij in het Zonienwoud, waar hij zich rond 1340 terugtrok in Groenedaal.
Wandtapijten en retabels
Ook op andere terreinen verwierf Brussel in deze eeuwen grote vermaardheid. De lakenhandel raakte in verval. Vanaf 1370 gaven steeds meer afnemers de voorkeur aan goedkope lakensoorten in plaats van het dure, vorstelijke Brusselse laken. In die tijd zie je echter de opkomst van de tapijtweverij. En die kunsttak zal in de 15de en 16de eeuw, samen met de beroemde Brusselse retabels (altaren) bijdragen aan de artistieke uitstraling van Brussel.
Bourgondiers
Vanaf 1406 kregen de hertogen van Bourgondië het voor het zeggen in Brabant en Brussel. Ook deze omwenteling droeg bij aan de productie van luxegoederen van hoge artistieke kwaliteit. De wandtapijten en het kantwerk waren bij wijze van spreken niet aan te slepen en de behoefte van de Bourgondiers aan uiterlijk vertoon trok kunstenaars en wetenschappers uit heel Europa naar Brussel.
De Bourgondiers hielden hof op de Coudenberg en het paleis groeide uit tot één van de meest oogstrelende vorstenverblijven van Europa. Het kon qua schoonheid zeker wedijveren met de Praagse Burcht. Helaas is het paleis in 1731 tottaal afgebrand.
Rederijkers
Tijdens het Bourgondische bewind (dat eindigde met de dood van Karel de Stoute in 1477) bleef Brussel een belangrijk centrum van de Nederlandse letterkunde en telde de stad niet minder dan vier Rederijkerskamers.
Deze literaire gezelschappen zorgden voor de opluistering van de vele feesten die in Brussel plaatsvonden, zoals de 'Blijde Incomsten', de 'ommegangen' en allerlei andere optochten. Enkele leden waren ook verantwoordelijk voor onder andere het eerste 'burgelijk drama' in het Nederlands (Spiegel der Minnen) en het eerste 'presentspel' in de letterkunde, een gelegenheidsgedicht dat de Brusselaar Collijn Caillieu in 180 schreef ter gelegeheid van de geboorte van Margareta van Oostenrijk.
Beroemd in heel Europa
De typische Brusselse artistieke stijl kwam in de 15de eeuw ook tot volle bloei (bijvoorbeeld het stadhuis) en de houten retabels en wandtapijten werden voorzien van het kwaliteitkeurmerk BB (Brussel in Brabant). Het waren de vorsten, bisschoppen en kloosters uit heel Europa die de ambachtslieden van Brussel opdracht gaven tot het maken van deze retabels en tot het weven van schitterende wandtapijten. Vooral de bloemmotieven waren populair.
Tegenwoordig zijn ze te bezichtigen in paleizen en musea van Madrid tot St. Petersburg. In Krakau hangen in de Wavel (de burcht van de Poolse koningen) zaal na zaal na zaal Brusselse wandtapijten.
Het kon niet op
Ook goudsmeden, wapenmakers en glazeniers hebben bijgedragen aan de luister van Brussel. Het onderwijs en de wetenschap stonden in die jaren op hoog niveau. Rond 1550 waren er vijf Latijnse scholen in Brussel en Brussel leverde van alle Nederlandse steden het grootste aantal studenten aan de universiteit van Leuven.
In 1475 drukten de Broeders van het Gemene Leven in Brussel het eerste boek. Toch waren Antwerpen, Leuven, Gent en Brugge belangrijker als centra voor de boekdrukkunst. De Brusselse boekdrukkers moesten rekening houden met het centrale bestuur van de Habsburgers. Zij konden zich dan ook niet alles veroorloven en sommige drukkers-uitgevers weken dan ook uit naar andere plaatsen in Europa en tegen het einde van de 16de eeuw ook naar de Noordelijke Nederlanden.